Abstract
Geheugenbias speelt volgens cognitieve modellen een belangrijke rol bij het verloop van depressie, maar momenteel is onbekend wanneer deze bias optreedt en hoe sterk deze is. Dit artikel rapporteert twee meta-analyses om de effectgrootte te schatten en moderatoren van geheugenbias te identificeren. De hoofdmeta-analyse vond een kleine totale effectgrootte voor expliciete geheugenbias bij depressie (g = 0,241, 95% CI [0,179, 0,304]), die onder meer werd gemodereerd door de emotionele valentie van stimuli, de diepte van verwerking en de geheugentaak. Opmerkelijk was dat de effectgrootte niet significant was bij depressie in remissie. De follow-up meta-analyse vond voor depressie in remissie wel een significante effectgrootte bij gebruik van stemmings- of stressinductie (g = 0,273, 95% CI [0,004, 0,542]). Uit deze meta-analyses blijkt dat depressie inderdaad wordt gekenmerkt door een expliciete geheugenbias, die mogelijk na herstel latent aanwezig blijft tot deze weer geactiveerd wordt. Dit maakt geheugenbias een interessant doel voor de verbetering van zowel diagnostiek als behandeling van depressie.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 242-273 |
Journal | Gedragstherapie |
Volume | 56 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2023 |